Bij de Raad voor de Kinderbescherming (‘de Raad’) is geen casus hetzelfde. Voor het uitbrengen van een zorgvuldig en objectief advies is betrouwbare, volledige informatie cruciaal. Volgens Erwin Bremer, directeur bedrijfsvoering en Chief Information Officer, staan in de bedrijfsvoering daarom drie zaken centraal; het kind, de medewerkers, en veiligheid.
Kinderen hebben recht op een gezonde en stabiele ontwikkeling. In Nederland beschermt de Raad dat recht voor kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd tijdens dwangtrajecten. Dat kunnen ondertoezichtstellingen, uithuisplaatsingen of taakstraffen zijn. Daarnaast coördineert de Raad taakstraffen en geven ze advies bij adoptie, pleegzorg en complexe scheidingen. Vanuit het kinderperspectief kijken raadsonderzoekers of casusregisseurs naar de omgeving van het kind en naar het verloop van het traject. Vervolgens levert de Raad een advies aan een rechter. Bremer: “We komen bij mensen achter de voordeur. Onze raadsonderzoekers staan naast het kind en kijken naar de omgeving. De adviezen van de Raad raken het gezin in het hart, dus er moet altijd een objectief en onderbouwd advies zijn. Het doel van onze bedrijfsvoering is het ondersteunen van de complexe taken van onze raadsonderzoekers.”
